vrijdag 28 februari 2014

Visserstraat 10a

Publiceren op de blog. Door de voorjaarsvakantie kwam het er even niet van. Zwarte man Mensema laat zich gelukkig door niets en niemand uit het veld slaan en gaat gestaag door. In de week dat Leo Vroman ons ontvallen is denken wij in bescheidenheid maar aan één ding. Poëzie.


VISSERSTRAAT 10a

Ooit was ik in dat huis
toen alles nog liefde was

Ooit was ik in dat huis
op een landerige zomermiddag
toen de anderen plaatsnamen
op het gras
net buiten de schaduw
van de enige boom
in de tuin
van dat huis

Ooit was ik in dat huis
waar twee katten in en uit liepen

Ooit was ik in dat huis
waar het bruin was en groen
zoals ikzelf nog was in die tijd
in die tijd van dat huis
Toen ik nog een houtje touwtje jas droeg
behalve op die landerige zomermiddag

Ooit was ik in dat huis
toen mijn haar nog vol krullen was
toen ik nog van jou droomde
en elke nacht jouw foto kuste
Toen jij nog van mij droomde
toen ik nog lief was
toen ik nog mooi was
Ooit
in dat huis

Ooit was ik in dat huis
toen de anderen loom languit lagen
in het gras

Ooit was ik in dat huis
op zoek naar het geluid dat ik hoorde
in de duisternis
in de vensternis
in het zwart dat ik ook was
maar dat nog niet kon bevroeden

Ooit was ik in dat huis
en zat ik bij de pick-up
op de houten vloer
in plaats van op de rotanstoel
met de rug als een waaier
want ik had dat recht niet
Dacht dat het jouw stoel was
Jouw foto droeg ik altijd bij me
toen ik nog lief was
toen ik nog mooi was
Ooit
in dat huis

Ooit was ik in dat huis
op zoek naar een waarheid
die ik niet wilde vinden

Ooit was ik in dat huis
op een landerige zomermiddag
toen de hitte buiten ondragelijk was
en ik in de schaduw scharrelde
Jouw foto die in mijn borstzak brandde
precies boven mijn hart

Ooit was ik in dat huis
dat goed was zoals het was

Ooit was ik in dat huis
waar ik werkelijk alles had kunnen worden
waarvan jij dacht dat ik dat zou kunnen zijn

Ooit was ik in dat huis
terwijl de anderen wegdommelden
op het gras
op een landerige zomermiddag

Ooit was ik in dat huis
en likte ik aan het duister
aan het rot
aan het verval
aan de schimmel
aan de pus
aan het stof
aan het gruis
aan de as
aan de kanker
aan de zwammen onder de houten vloer

Ik weet nu:
het is een kwestie van schoonhouden
van de rotzooi aan de kant
van boenen en schrobben
van heel zwaar werk
van poetsen
en van Lysol
Van netjes zijn
van ordentelijk zijn
van de boel aan de kant

Ik weet nu
wat ik mij van toen herinner

En ooit
voordat ook jij vergaat
tot stof
tot gruis
tot as
bel ik je weer op
en vraag ik je
vriendelijk en beleefd
of ik eindelijk weer thuis komen mag

want ooit was ik in dat huis

© Bill Mensema                           



donderdag 13 februari 2014

Estas Tonne, een zwarte man

Muziek als soundtrack bij het wereldgebeuren. Vind naast Johannes van Blaudzun maar eens iets passends voor de Olympische Spelen. Zwarte man Sandman is iets op het spoor.


Hard gewerkt wordt er bij ons op de krant, maar soms is er tijd voor ontspanning en opeens hoorde ik achter me, uit de computer van collega Bram, wonderlijke klanken. Van een gitaar, zoveel was duidelijk. De rest was…
Het klonk exotisch, Zuid-Amerikaans en gefocust als ik ben op verdieping in het bestaan en verbreding van de horizon, de mens is en blijft een lerend wezen nietwaar, stond ik in no time achter Bram. Ook ik had recht op een break.

Te zien was een gitarist, met lang haar en gekleed in een hippieachtig outfit. Zijn vingers bewogen zich razendsnel over de snaren in een compositie, die na enige naspeuren ‘The Song of the Golden Dragon’ heette. Nu ja, naspeuren, het stond er gewoon onder.

Op het eerste gezicht leek de setting Argentijns, evenals het heerschap met zijn Latijns voorkomen en ik trok al snel de conclusie dat dit weer zo’n straatmuzikant was, die gezeten op een krukje op het centrale plein in een van de toeristenstadjes zijn kostje bij elkaar scharrelde en met een zwoele blik onze poedies trachtte te verleiden. Zonder enige moeite zou hij elke nacht zo’n muesli met yoghurt etende rugzaktoeriste in bed krijgen. Tot mijn standaardgedachte bij dit soort klaplopers, ‘ga eens aan het werk’, kwam ik evenwel niet, want wat hij speelde klonk erg goed.

Ik moest mijn eerste indruk op alle fronten bijstellen, want het was geen Argentijns pleintje waar de man speelde, maar het Stadspektakel Landshut in 2011 en we hadden hier niet van doen met een Latijnse slacker, maar met een Rus.

Mijn gitaarleraar bevestigde mijn vermoeden: de man kon er wat van en hij bediende zich van flamenco-technieken. De gitaar bleek helemaal omgestemd en hij wees op de linkerhand, die betrekkelijk weinig deed. 

Als Veenkoloniaal had ik wat moeite met dat wierookstokje op de gitaarhals, maar er zijn cd’s van en overbodig te zeggen: Estas Tonne is een zwarte man. Al lijkt het me, gezien zijn rechterhand, geen bowler.

maandag 3 februari 2014

Brandt can’t watch, though


Bij de DWDD ging het op een gegeven ogenblik over de leeftijd van Barry Atsma in relatie tot Philip Seymour de Hofmeester. Dan wordt het tijd dat zwarte man Sandman een soort van I.M. gaat schrijven.

De echte Zwarte Man zal zich Philip Seymour Hoffman niet herinneren als Capote (al was de rol hem op het lijf geschreven), of The Talented Mr. Ripley, maar als het personage Brandt in The Big Lebowski en dan vooral in de scene waarin Bunny Lebowski aan The Dude vraagt of hij op haar tenen wil blazen (‘You’re not blowing’) en aanbiedt om de cock van His Royal Dudeness te sucken. Voor duizend dollar en zij voegt er aan toe: ‘Brandt can’t watch, though. Or he has to pay a hunderd.’
John Goodman was goed in Roseanne, The Big Easy, Sea of Love en The Flintstones, maar hij was nog beter als Walter Sobchak in The Big Lebowski. Steve Buscemi idem dito. Desperado, Reservoir Dogs, niks mis mee, helemaal goed zelfs, maar met het aanhoren van het ‘shut the fuck up Donny’ schreef hij filmgeschiedenis.

Of anders met zijn eigen, onvergetelijke line: ‘I am the Walrus?’

Julianne Moore. The Hours, Boogie Nights? Nee, ze was en is Maude Lebowski.

Tara Reid dan? American Pie? Nah. Bunny, Bunny, Bunny.

The Big Lebowski is de maat, beste mensen en alle acteurs zullen op enig moment God op hun blote knieen hebben bedankt vanwege het feit dat ze ooit ‘ja’ zeiden op de vraag van de Coen-broertjes: ‘Goh, we hebben een ideetje voor een nieuwe film. Beetje grappig project, maar wil je meedoen?’

We zullen ons Hoffman daarom herinneren als een legendarische acteur. En als iemand die zijn hunderds niet uitgaf aan het toekijken bij blow jobs.