woensdag 5 december 2012

De wet


Zo nu en dan wil je als mens weten waar je staat. Was gezang 172 uit het 'Liedboek der Kerken' niet eenduidig genoeg? Zwarte man Bill doet er als vanouds op de woensdag een schepje bovenop. 'Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid'. Over regels en wetten gesproken.


Zwarte Mannen zijn er in alle soorten en maten. Wat dat betreft zijn we net gewone mensen. Maar anders dan de meeste mensen zijn wij supporters van SC Veendam en hunkeren wij zelfs op bitterkoude dagen naar De Lange Leegte.
Wat ons verder verbindt is een sterke voorkeur voor droge worst.

Over worst gesproken: sinds ik Zwarte Man ben hoor ik van diverse bedgenoten dat de Kleine Bill – Willempie – in grootte (en daadkracht) lijkt te zijn toegenomen. Inschikkelijk knik ik dan, maar ik geloof het niet. Weliswaar is het een hardnekkig gerucht dat zwarte mannen groot geschapen zouden zijn, maar zwarte vrienden vertellen me dat ze wat dat betreft net gewone mensen zijn: ook zij hebben ze in alle soorten en maten. Eentje heeft een lul waarmee hij kan honkballen en een ander gaat elke maandagavond naar de APP, de Anonieme Pinkeltjes Praatgroep.

Afijn, de Zwarte Mannen, dat betekent SC Veendam en droge worst. Maar het betekent ook de wet. Wij Zwarte Mannen zouden nergens zijn als wij ons niet trouw aan de wet zouden houden. De wet is er om na al het onderlinge geharrewar en gekissebis dat ons mensen zo vertrouwd is uiteindelijk een grens te stellen. Dit kan wel en dat kan niet.
Moord en doodslag kan bijvoorbeeld niet. Elkaar daarentegen een kusje geven, dat kan – mits met wederzijdse toestemming – weer wel. Zoals die Spaanse voetballer die een paar jaar geleden na een goal zijn teamgenoot liefdevol even in het kruis kuste. In eerste instantie denk je als perplexe televisiekijker: ja, hé, wat gaan we nou krijgen? Aan de andere kant is het ook wel weer schattig. Moeten we daar een wet om schrijven? Nee, laten wij dat in godsnaam niet doen. Sommige dingen moeten gewoon gebeuren.
Daar staat wel tegenover dat er ook zaken zijn die absoluut niet moeten gebeuren. Zoals de smadelijke nederlaag van SC Veendam in de thuiswedstrijd tegen Fortuna Sittard een paar weken geleden. Dat was jammer. Er zou echt een wet moeten komen die zoiets verbiedt, in elk geval in de thuiswedstrijden van SC Veendam.
We kunnen u melden dat wij Zwarte Mannen momenteel zwaar lobbyen in politiek Den Haag om zulks zo snel mogelijk op de agenda te krijgen. Met politici is dat niet gemakkelijk, want anders dan Zwarte Mannen zijn de meeste volksvertegenwoordigers met geen enkele droge worst tot andere gedachten te verleiden. Wij moeten er thans alles voor uit huis halen – en dan bedoelen wij werkelijk alles – om met name de nieuwe staatssecretaris die verantwoordelijk is voor sportzaken (u weet wel wie) van de goede zaak te overtuigen.

Maar zoals het gaat, zal dat nog lang duren. Het is wat dat betreft net zo’n stroperige aangelegenheid als het steeds weer vastlopende verkeer in Groningen rond een uur of vijf in de middag.
Gewoonlijk wordt het dagelijkse fileleed verklaard uit het feit dat de meeste mensen – en ook tal van Zwarte Mannen – rond die tijd massaal huiswaarts keren na een lange dag van noeste arbeid. Dat is natuurlijk ook zo, maar als professionele chauffeur wijs ik als extra oorzaak de jongeren aan. Meer precies (wij Zwarte Mannen zijn zeer precies): jongeren die het zebrapad oversteken. Nog preciezer: jongeren die PLOTSELING het zebrapad oversteken.
Nou hebben wij Zwarte Mannen het sowieso niet echt op zebrapaden. Dan is het wit, dan is het zwart, dan is het weer wit, en zo verder. Wat is dat voor zwabberend gedrag? Daar moeten wij als voorstanders van een volledig zwart zebrapad niets van hebben.
Maar goed, de jongeren in de stad zijn het gewoon zomaar vanuit een steeg ineens de straat op te stormen en het zebrapad over te steken. Als nietsvermoedende automobilist moet ik dan echt met de hakken in het asfalt om een aanrijding te voorkomen. Tot nu toe gaat het steeds net goed.
Maar onderhand begint dit gedoe mij eerlijk gezegd de keel uit te hangen. Met name de stuitende arrogantie die van de gezichten van de jongeren afdruipt als ze weer eens onverwacht het zebrapad opschieten. Zo’n blik van ‘Wie doet mij wat, want ik heb immers de wet aan mijn zijde’.
Ziehier de frictie die wij Zwarte Mannen ervaren op het snijvlak van wat wetteloos is en wat niet. Want hoezeer wij de noodzaak van wetten ook onderschrijven, niets is meer ergerniswekkend dan jongeren en andere domoren die met zo’n wet aan de haal gaan.

Zoals:
Je MOET mij voorrang geven, want IK loop nu op het zebrapad!
Of:
Ik rij hier exact 60 kilometer per uur, want harder MAG ik NIET. En jullie automobilisten achter mij dus ook NIET!
Of:
Ook al fiets ik sms-end op mijn mobieltje door de stad, MOETEN jullie automobilisten mij ALTIJD voorrang geven, want zo luidt de wet!

Natuurlijk, het is de wet. In principe zijn we ervoor. Het is nu eenmaal de lijn die getrokken moet worden tussen wat wel kan en wat niet.
Maar het is ook fijn zo nu en dan even de wet links te laten liggen, zo nu en dan harder te rijden dan de toegestane maximale snelheid op een stuk waar geen flitsers staan, en – ook al is het eenmalig – eens lekker extra gas te geven als weer zo’n jongere pardoes voor je auto het zebrapad op stiefelt.

Mocht het trouwens een speler van SC Veendam zijn in plaats van een reguliere jongere, dan geldt dit vanzelfsprekend niet. Spelers van SC Veendam hebben te allen tijde voorrang.
Als dat nu ook nog eens op het voetbalveld zo zou zijn, dan hebben wij Zwarte Mannen onze missie bereikt. Maar tot dan zullen wij ons aan de wet houden, ook al hopen wij van harte dat men ons sommige bloedige acties de komende week door de vingers wil zien.

© Bill Mensema

Geen opmerkingen:

Een reactie posten